Complicaties
Een abortus is over het algemeen een veilige behandeling en wordt door onze klinieken met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uitgevoerd. De kans op problemen of complicaties tijdens of na de behandeling is dan ook zeer klein. Doen zich toch ernstige complicaties voor, dan krijgen wij direct ondersteuning van een ziekenhuis. Onze klinieken hebben daarvoor samenwerkingsovereenkomsten met nabij gelegen ziekenhuizen.
Mogelijke complicaties (˂0,2%) of problemen na de behandeling kunnen zijn:
- Langdurig bloedverlies in de periode na de behandeling
- Overmatig bloedverlies of beschadiging van de baarmoeder tijdens de behandeling
- Infectie
- Een positieve zwangerschapstest bij de nacontrole
Langdurig bloedverlies in de periode na de behandeling
Langdurig of heftig bloedverlies in de periode na een abortus treedt meestal op als er weefsel na de ingreep of abortuspil in de baarmoeder is achtergebleven. Als dat restweefsel niet vanzelf wordt uitgestoten, moet er soms een nabehandeling plaatsvinden om de laatste restjes weefsel alsnog te verwijderen. De arts kan in dat geval aanvullende medicatie geven of besluiten tot een (her)curettage.
Overmatig bloedverlies of beschadiging van de baarmoeder tijdens de behandeling
In zeldzame gevallen (< 0,2%) is er tijdens of direct na de dagbehandeling in het tweede trimester van de zwangerschap (vanaf 13 weken) sprake van overmatig bloedverlies. Dit kan veroorzaakt worden door een beschadiging van de baarmoeder of door problemen met de bloedstolling. Een aanvullende behandeling in het ziekenhuis kan dan nodig zijn.
Infectie
De behandeling wordt op hygiënische wijze uitgevoerd waardoor de kans op infectie zeer klein is. Als extra voorzorg om infectie te voorkomen, krijg je antibiotica.
Krijg je na de behandeling koorts (langer dan een dag en hoger dan 38,5°C ) én buikpijn, dan kan er sprake zijn van een infectie. Neem dan zo snel mogelijk contact op met de kliniek of je huisarts.
Om zelf infectie te voorkomen, mag je in de twee weken na de behandeling niets in de vagina brengen, dus:
- geen tampons gebruiken
- geen geslachtsgemeenschap hebben
- niet zwemmen of in bad gaan (wel douchen)
- geen vaginale douche gebruiken
Positieve zwangerschapstest bij de nacontrole
De oorzaak van een positieve test is meestal een restje zwangerschapsweefsel dat in de baarmoeder is achtergebleven na de abortusbehandeling. Alleen in zeldzame gevallen is er sprake van een doorgaande zwangerschap. De kans op restweefsel na een abortuspil is ca 5-6%. De kans op restweefsel na een zuigcurettage is ca 1-2%. In deze gevallen besluit de arts in overleg met jou of er aanvullende medicatie of een (her)curettage nodig is.
Kun je van een abortus onvruchtbaar worden?
Er is geen wetenschappelijk bewijs voor verminderde vruchtbaarheid na een abortus. Ook verklevingen in de baarmoeder na een abortus komen zelden voor. De oorzaak van onvruchtbaarheid is meestal een infectie. In de periode na een abortus, miskraam of bevalling krijg je namelijk sneller een infectie in je baarmoeder. Om dit te voorkomen krijg je aansluitend aan een dagbehandeling antibiotica in de kliniek.
Een eerdere abortus geeft geen lichamelijke problemen voor de behandeling.
Deze complicatie komt héél weinig voor. Als het gebeurt, wordt dit meestal veroorzaakt door een infectie. Om dit te voorkomen krijg je antibiotica in de kliniek. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor verminderde vruchtbaarheid na een abortus.
Redenen waarom vrouwen niet zwanger worden na een abortus zijn:
Toenemende leeftijd die samengaat met afnemende vruchtbaarheid
Sluimerende Chlamydia infectie
Het komt wel eens voor dat de zwangerschap na een abortusbehandeling toch niet is beëindigd. Bij de behandeling met de abortuspil gebeurt dat in 1 tot 4% van de gevallen, bij andere behandelmethoden is die kans 1 -2 %. In dat geval moeten wij alsnog of voor de tweede keer een zuigcurettage uitvoeren.
Ook is er een klein risico van langdurig bloedverlies of heftig navloeien. Dit treedt meestal op als er weefsel na de ingreep in de baarmoeder is achtergebleven. Als dat weefsel niet vanzelf wordt uitgestoten, moet een nabehandeling plaatsvinden om de laatste restjes weefsel alsnog te verwijderen.
Onze kliniek heeft een samenwerkingsovereenkomst met een nabij gelegen ziekenhuis waar – indien nodig – ondersteuning kan worden geboden.
De kans op een infectie na een abortusbehandeling is uiterst gering. Als extra voorzorg om infectie te voorkomen, krijg je na de behandeling antibiotica in de kliniek.
In verband met infectiegevaar is het na een abortus aan te raden om:
- De eerste twee weken geen tampons te gebruiken
- De eerste twee weken geen geslachtsgemeenschap te hebben
- De eerste twee weken niet in bad te gaan of te zwemmen, douchen mag wel
Heb je na de behandeling langer dan een dag koorts (meer dan 38°C) én buikpijn, dan kan er sprake zijn van een infectie. Neem dan zo snel mogelijk contact met ons op, of met je huisarts.
De kans op complicaties bij de abortuspil is klein. De belangrijkste complicatie is dat er wel bloedverlies optreedt, maar dat de zwangerschap niet wordt afgebroken. Daarom is er 4 weken na de behandeling een nacontrole. Je kunt ook zelf na 4 weken een zwangerschapstest doen.
Het gebruik van de abortuspil kan voor sommige vrouwen een heftige ervaring zijn. De abortuspil veroorzaakt buikkrampen die een aantal uren kunnen aanhouden. Deze buikkrampen voelen als hevige menstruatiekrampen. Andere mogelijke bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, koude rillingen en diarree. In combinatie met (soms hevig) bloedverlies wordt het vruchtblaasje uitgestoten.
Hoe lang duurt de pijn?
De pijn kan in het begin heel heftig zijn en het bloedverlies kan daarna nog twee weken aanhouden zoals bij een menstruatie. Zorg dat je pijnstilling in huis hebt, bijvoorbeeld Ibuprofen of Aleve, het liefst ook zetpillen, omdat je door misselijkheid de pijnstillers misschien niet binnen kunt houden.
Is koorts bij het nemen van de abortuspil normaal?
Lichte verhoging is normaal. Is je verhoging meer dan 38.5 C , neem dan contact met ons op.
Er is een kleine kans (1-4%) dat de abortuspil niet voldoende werkt en de zwangerschap toch niet beëindigd is. Er moet dan alsnog een zuigcurettage plaatsvinden. Er is altijd een kleine kans op infectie.
Er is erg veel onderzoek gedaan naar verklevingen in de baarmoeder na een zuigcurettage. Veel van dit onderzoek is gedaan op vrouwen die een zuigcurettage hadden gehad met methodes die niet te vergelijken zijn met de methode die wij gebruiken. Bij een zuigcurettage van een intacte zwangerschap (geen miskraam), met voorbereiding van de baarmoedermond met medicatie en antibiotica achteraf, is de kans op verklevingen verwaarloosbaar: ongeveer 1 op 1500. Overigens hoeven verklevingen geen gevolgen te hebben voor de vruchtbaarheid.